Laat me vandaag een belangrijk en steeds vaker voorkomend fenomeen met u bespreken: de banalisering van wat ooit taal was die exclusief werd gebruikt door extreemrechtse groepen. Deze trend, hoewel in eerste instantie onschuldig lijkt, kan serieuze gevolgen hebben voor onze democratie en de rechten van minderheden. Het is een zorgwekkende trend die onze volle aandacht verdient.
Ten eerste moeten we begrijpen wat banalisering inhoudt. In deze context gaat het over het alledaags maken, het normaliseren van iets dat ooit taboe of uitzonderlijk was.
Dit proces maakt het mogelijk dat ideeën, die voorheen als extreem of zelfs gevaarlijk werden beschouwd, geleidelijk aan worden geaccepteerd binnen de mainstream cultuur en politiek. Hierdoor krijgen ze de kans om invloed uit te oefenen op de maatschappij zonder dat er noodzakelijk alarmbellen afgaan.
Historisch gezien zijn er talloze voorbeelden van hoe de banalisering van haatdragende of discriminerende taal de eerste stap is naar aanvallen op democratie en minderheidsrechten.
Denk bijvoorbeeld aan de opkomst van het fascisme in Italië in de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw. In eerste instantie werden de discriminerende retorieken van Benito Mussolini en zijn Partito Nazionale Fascista slechts door een klein deel van de bevolking geaccepteerd. Maar door de gestage verspreiding en banalisering van deze retoriek, werd het uiteindelijk de heersende ideologie van het land. Het resultaat was een totalitaire staat die vrijheden inperkte en minderheden vervolgde.
Waarom is de banalisering van extreemrechtse taal zo gevaarlijk? Hier zijn enkele redenen:
- Verborgen Agenda’s: Extremistische groepen gebruiken banalisering om hun ideologieën te verspreiden zonder directe weerstand of kritiek. Door hun taalgebruik te veranderen in iets dat acceptabeler en minder bedreigend klinkt, kunnen ze hun ware bedoelingen verhullen.
- Normalisatie van Haat: De banalisering van haatdragende taal kan ertoe leiden dat de maatschappij onverschillig wordt voor discriminatie en haat. Dit kan het voor extremistische groepen makkelijker maken om hun agenda’s door te voeren.
- Verschuiving van het Overton-raam: Dit concept verwijst naar het scala aan ideeën dat op een bepaald moment in de politieke discussie acceptabel is. Door extreme ideeën te banaliseren, kunnen extremistische groepen dit raam verschuiven in hun voordeel, waardoor hun ideeën meer mainstream worden.
Antonio Gramsci
Het zou een omissie zijn om het onderwerp van taal en maatschappij te bespreken zonder de inzichten van Antonio Gramsci aan te halen, een toonaangevende Italiaanse marxistische theoreticus en politicus.
Gramsci’s ideeën over taal en cultuur zijn nog steeds van onschatbare waarde en bieden een nuttig kader om te begrijpen hoe taal onze maatschappij vormgeeft en hoe het de banalisering van extreemrechtse retoriek mogelijk maakt.
Gramsci was zeer geïnteresseerd in de manier waarop taal als instrument voor hegemonie wordt gebruikt, dat wil zeggen, de manier waarop een dominante groep of klasse haar waarden en normen aan de samenleving oplegt en deze als ‘gezond verstand‘ of ‘natuurlijk‘ doet overkomen. In zijn gevangenisnotities schreef Gramsci over het idee van “culturele hegemonie“. Dit idee stelt dat de heersende klasse haar macht niet alleen uitoefent door dwang, maar ook door het vormgeven van culturele en ideologische waarden.
Taal speelt hierin een sleutelrol. Zoals Gramsci opmerkte, is taal geen neutraal middel van communicatie, maar eerder een dynamisch sociaal fenomeen dat de machtsverhoudingen binnen een samenleving weerspiegelt en beïnvloedt. Extreemrechtse groepen, die zich bewust zijn van de macht van taal, kunnen deze inzetten om hun ideologieën en overtuigingen te verspreiden.
Dit zien we in de praktijk bij de banalisering van extreemrechtse taal. Het proces waarbij extremistische taal wordt genormaliseerd, is in feite een poging om culturele hegemonie te bereiken. Door hun ideeën te presenteren in alledaagse, minder bedreigende termen, kunnen deze groepen proberen hun wereldbeeld tot de dominante te maken.
In dit licht is het nog zorgwekkender dat de taal die vroeger uitsluitend door extreemrechtse groepen werd gebruikt, nu wordt geaccepteerd in het alledaagse discours. Dit is niet slechts een verandering in het gebruik van taal, maar een teken van een diepere, onderliggende verschuiving in de machtsstructuren van onze samenleving. Het is een indicatie dat deze groepen erin slagen om hun ideologieën te verankeren in ons collectieve bewustzijn, om ze te normaliseren en om ze te laten overkomen als ‘gezond verstand‘.
Daarom is het cruciaal om waakzaam te blijven en kritisch te kijken naar hoe taal wordt gebruikt in onze samenleving. Het herkennen en tegengaan van de banalisering van extreemrechtse taal is een belangrijke stap in het bestrijden van de pogingen van deze groepen om culturele hegemonie te bereiken. Zoals Gramsci ons heeft geleerd, is taal een machtig instrument, en we moeten ervoor zorgen dat het niet wordt gebruikt om haat en discriminatie te normaliseren.