De openluchtshow “Diamant! ’t Steentje van de Kempen” neemt u mee naar een slijpersfamilie in Nijlen in de jaren vijftig.
In het laatste weekend van september is Nijlen in de ban van de openluchtshow “Diamant ! ’t Steentje van de Kempen”. Het Kerkplein is omgetoverd tot een typisch Kempens dorp uit de jaren vijftig en de 150 acteurs en figuranten nemen je mee terug naar de gouden eeuw van de diamanten.
Meer dan 3.000 bezoekers zullen worden meegenomen in het verhaal van een fictieve familie van diamantslijpers uit de jaren 1950. “Het verhaal begint in 2019 met een oude diamantslijper die aan zijn jeugd terugdenkt. Het publiek wordt naar de jaren vijftig van de vorige eeuw weggehaald, toen de familie Van den Berg met het slijpen van diamanten de kost probeert te verdienen. Vader Van den Berg stierf en zijn moeder werd achtergelaten met een berg schulden en negen kinderen. De apotheose van de geschiedenis vindt plaats in 1958, niet toevallig is het het jaar van de Wereldtentoonstelling in Brussel“, legt Dirk Callens, de regisseur, uit. “Het wordt een muzikale uitvoering, maar geen musical.” De regisseur interviewde meer dan twintig slijpers uit deze regio. “Uit al deze gesprekken, kon ik veel interessante anekdotes voor de show halen.”
Deze zeer lokale tentoonstelling is voor mij een gelegenheid om u de belangrijke rol van de Kempen in de geschiedenis van de Belgische diamantindustrie voor te stellen.
Hoe ontwikkelde de diamantindustrie zich in de Kempen?
In 1456 ontdekte de Brugse Lodewijk van Berken, die de Florentiner voor Karel de Stoute polijstte, al de moderne diamantslijperij met een gietijzeren draaischijf, diamantpoeder en olie. Dit was het begin van de diamantindustrie in Brugge. In de 15e eeuw verschoof het zwaartepunt van de diamantindustrie naar Antwerpen. Pas op het einde van de 19de eeuw werd de diamanthandel in Antwerpen van groot economisch belang. Dankzij de toename van het aanbod van ruwe diamant (na de ontdekking en exploitatie van nieuwe mijnen) heeft zich in korte tijd een hele diamantindustrie ontwikkeld in Antwerpen en de Kempen. Verschillende gemeenten zoals Grobbendonk, Nijlen, Vorselaar….. Er waren honderden fabrieken waar een groot deel van de inwoners werkte.
De Eerste Wereldoorlog maakte tijdelijk een einde aan de Belgische diamantindustrie, maar de periode 1918-1930 kende een enorme bloei. In die tijd werden diamanten ook in Diksmuide verwerkt. De Tweede Wereldoorlog zorgde ook voor een tijdelijke onderbreking, waarna de diamantslijpactiviteit bleef groeien. In 1968 waren er ongeveer 203 ateliers in Nijlen. In bijna elke straat in de gemeente waren familiebedrijven actief.
Om ruwe diamanten om te zetten in edelstenen, moeten verschillende bewerkingen worden uitgevoerd. De vaardigheid van de diamantslijper is hier van cruciaal belang, omdat alleen een correcte slijpvorm van de ruwe steen het mogelijk maakt om een briljante diamant te verkrijgen en zo min mogelijk massa (karaat) van de steen te verliezen. Aan de Stedelijke Middelbare School in Antwerpen is er een unieke opleiding in diamantbewerking in Vlaanderen.
Zowel in Brugge als in Antwerpen zijn musea gewijd aan het bewerken van diamant. Het Diamantmuseum Grobbendonk sloot in 2014. De geschiedenis van de Antwerpse Kempense diamant werd enkele jaren geleden bestudeerd in het kader van het regionale project “Schitterend geslepen”. In de voormalige slijperij van Lieckens in Nijlen werd in 2014 een nieuw bezoekerscentrum voor diamantbewerking geopend. Verschillende lokale musea presenteren ook het gereedschap van de diamanthandelaar.
Dit diamantcentrum van Kempens in Nijlen is sinds de zomer van 2014 geopend. Het vertelt het verhaal van de diamantindustrie in de Antwerpse Kempen. Maar de belangrijkste troef was de verwachting van de restauratie van de slijpinstallatie zelf.
Slijperij Lieckens aan de Spoorweglei is de laatste volledig uitgeruste diamantwerkplaats in de regio van voor de oorlog. In 2004 kocht de gemeenteraad de enige fabriek en een deel van de aangrenzende grond. Maar vooraleer er iets mee te doen, was een grondige restauratie dringend noodzakelijk. De gemeente Nijlen en haar partners hebben het complex en het gebouw in de oorspronkelijke staat hersteld. Bij de restauratie is er alles aan gedaan om de authenticiteit van het gebouw zoveel mogelijk te behouden.
Door de toenemende concurrentie van lagelonenlanden is de werkgelegenheid echter afgenomen. Vandaag de dag zijn er slechts een handvol diamantwerkers actief in de Kempen. Antwerpen is, samen met Londen, nog steeds het belangrijkste diamantcentrum ter wereld.