Alpha en Omega – diamanten – historiek
De alleroudste vondst van diamanten vind plaats in de delta van de Golconde rivier in India. Uiteraard is de exacte datum van deze ontdekking ons niet gekend. Een Sanskriet boek uit de 4e eeuw v. Christus, met boekhoudkundige gegevens, onthult dat handelaren diamanten gebruiken als koopwaar. De welgestelden, zoals keizers, koningen en sultans, bezitten deze zeldzame en erg begeerde voorwerpen. De hardheid en de glans van diamant maken ze geliefd als onderdeel van een amulet. Diamant is in die periode een symbool van mannelijke eigenschappen, zoals moed.
Van koolstof tot diamant
Koolstof verandert diep in de ondergrond tot diamant, onder invloed van enorm hoge druk en temperaturen. Dit proces kan miljoenen jaren vergen. Onder die extreme druk en hitte, gaan de koolstof atomen andere verbindingsconstructies aan. In plaats van de traditionele ringen in grafiet, persen de koolstof atomen samen tot een groot, 3-dimensionaal, netwerk met tetraëder hechtingen.
Oude tijden
De oude Egyptenaren geloven in een magische, bijna mystieke, macht van diamanten. Het poederen van de vingertoppen met diamantpoeder wordt geacht zekerheid te bieden inzake eeuwige liefde.
Het is waarschijnlijk Alexander de Grote die de eerste diamanten naar Europa brengt. De Europeanen zien ze als rariteiten met helende eigenschappen. De oude Grieken geloven dat diamanten tranen van de goden waren. De eerste ruwe diamant verschijnt in het oude Rome ergens tussen de 1e en de 3e eeuw.
Van Venetië tot Brugge
Venetië was toen de handelshoofdstad van het westen. De steden van Noord-Europa hadden alle handelsrelaties met de Venetiaanse kooplieden. Op deze manier bereiken diamanten de stad Brugge in België. Brugge evolueert snel tot een bewerkingsplaats voor diamant. Het is daar dat de slijpers de eerste – geheime – technieken ontwikkeld hebben van de diamantslijp. Het voornaamste doel van het slijpen was toen het verwijderen van onregelmatigheden en oppervlakkige onzuiverheden. Later vinden ze er de met diamantpoeder bedekte slijpschijf uit. Dit leidt tot de ’tafelslijp’ zoals in vormen met vier facetten of de ‘rose cut’.
Wanneer Vasco da Gama in 1498 een directe maritieme route naar India ontdekt, versast de diamanthandel van Venetië naar Lissabon. Antwerpen wint aan belang in de diamanthandel tegen het einde van de 14e eeuw.
Van mannelijke eigenschappen tot symbool van de liefde
Het eerste gebruik van diamant als symbool van de exclusieve liefde ontstaat in de 15e eeuw. Aartshertog Maximiliaan I van Oostenrijk schenkt Maria van Bourgondië een diamanten ring bij hun verloving in 1477 en schept op die manier een nieuwe traditie.
De Antwerpse diamantslijpers zijn erg in trek in de 17e eeuw en nieuwe slijpvormen verschijnen op het toneel: ovalen, druppels en markiezen. Maar, tegen het einde van de 18e eeuw raken de Indische diamantmijnen uitgeput en verliest Antwerpen een deel van de aan diamant gekoppelde welvaart.
Het is pas in het tweede deel van de 19e eeuw dat een Amerikaan, Henry Morse, de eerste moderne slijpmethode voor diamant ontwikkelt. Marcel Tolkowski perfectioneert deze, motiveert ze mathematisch en beschrijft ze formeel in 1919. De meerderheid van de diamantairs beschouwen hem als de bedenker van de moderne briljante diamantslijp.
Een diamantkartel genoemd De Beers
Aan het einde van de 19e eeuw, staan de eigenaars van een boerderij te Kimberley in Zuid Afrika, Nederlandse diamantzoekers toe op hun gronden te graven naar diamant. Al snel blijkt die ondergrond rijk aan diamanten te zijn. De broers verkopen hun gronden en vestigen zich elders.
In 1888 sticht Cecil J. Rhodes, samen met de broers Harry en Barney Barnato, De Beers Consolidated Mines Limited. Op basis van een complex netwerk aan vennootschappen en onderlinge wisselwerkingen tussen die bedrijven, verwerft De Beers de totale controle over de diamantmarkt en beheerst ze zo het alpha en omega van de algehele diamantsector. De geleidelijke uitputting van de Zuid-Afrikaanse diamantmijnen en grote diamantvondsten in o.m. Rusland, Canada en Australië ontnemen De Beers stukje bij beetje die volledige marktcontrole.
Alpha en Omega – diamanten – aankoop
Deze korte tekst verklaart de vier C’s: cut (slijpvorm), color (kleur), clarity (zuiverheid) en caraat (karaat). Dit zijn de belangrijkste factoren om rekening mee te houden bij de aankoop van een diamant.
Cut of slijpvorm
De cut, oftewel de slijpvorm, is in feite het belangrijkste kenmerk van een diamant. Ze heeft de grootste impact op het uitzicht van de diamant. Het is de slijpvorm die bepaalt hoe wij gloed, vitaliteit en schittering van de diamant ervaren.
Er bestaan verschillende niveaus inzake de cut of slijp:
- Ideal cut: ongeveer de top 3% van alle diamanten, op basis van dit criterium. Deze ‘ideal cut’ of ‘perfect make’ reflecteert nagenoeg alle licht die de diamant binnendringt. Een prachtige en zeldzame cut die, in de loop der jaren, de specialiteit van Sygma Diamonds en Sylvain Goldberg geworden is.
- Zeer goede slijp: ongeveer 15% van alle diamanten, op basis van de slijp. Reflecteert net iets minder licht dan de ‘ideal cut’ en kost ook minder.
- Goede slijp: zowat 25% van de diamanten, op basis van slijp. Deze reflecteren het grootste deel van het licht dat binnendringt en zijn beduidend goedkoper dan een steen met zeer goede slijp.
- Gemiddelde slijp: ongeveer 35% van alle diamanten, op slijpbasis. Nog steeds een kwalitatieve diamant, maar veel minder helder en stralend dan een steen met goed slijpniveau.
- Ondergemiddelde slijp: diamanten die doorgaans dusdanig smal of diep zijn, of net zeer ondiep en erg breed, dat ze erg veel licht verliezen langs de zijkanten en onderkant.
Color of kleur
De kleur duidt bij een diamant in feite de afwezigheid van kleur aan, de witheid van een steen. Die kleuren gaan niet van alpha tot omega, maar verlopen als volgt: de kleur D is de best mogelijke, terwijl Z de laagste aanduidt. De beoordeling is gebaseerd op het ontbreken van kleur. Hoe minder kleur een diamant vertoont, hoe beter zijn kleuraanduiding is.
Na de cut of slijp, beschouwen professionals uit de diamantbranche de kleur als de tweede belangrijkste eigenschap bij het kiezen van een diamant. Omdat het menselijk oog er toe neigt in eerste instantie de schittering van een diamant (lichtprestatie) te onderscheiden en in tweede instantie zijn kleur.
© Gemological Institute of America Inc.
Clarity of zuiverheid
De zuiverheid is een maatstaf voor het aantal, en de grootte van, kleine imperfecties die nagenoeg in elke diamant voorkomen. Vele van deze onvolkomenheden zijn microscopisch van formaat en tasten de schoonheid van de diamant niet op waarneembare wijze aan.
Men schenkt erg veel belang aan de zuiverheid van een diamant, maar van de vier C’s is het in het algemeen degene die het minste impact heeft op het uitzicht van een diamant. Omdat de graad van zuiverheid verwijst naar minuscule natuurlijke onvolmaaktheden die nagenoeg in elke diamant aanwezig zijn, behalve in de allermooiste.
Beroepslieden verwijzen hiernaar als imperfecties of inclusies. De diamanten met het minste en/of de kleinste imperfecties krijgen de hoogste graad van zuiverheid toegewezen. Omdat deze onvolkomenheden meestal microscopisch klein neigen te zijn, veranderen ze de, met het blote oog zichtbare, schoonheid van een diamant niet.
Carat of karaat
De karaat is de gewichtseenheid voor diamanten. Maar als u het gewicht beschouwt zonder de context van andere gegevens, dan geeft deze factor de afmetingen van een diamant niet echt correct aan. Consumenten hebben de neiging de grootte van een diamant te beoordelen door die langs zijn bovenkant te bekijken. Het is immers zo dat we meestal diamanten zien wanneer ze in een ring zitten.
Vandaar dat het gewicht van een diamant, uitgedrukt in karaat, beschouwd moet worden in samenhang met twee andere criteria: de wijdte in millimeter van het hoogste deel van de diamant en de slijpkwaliteit ervan.
“Ik ervaar druk niet als negatiefs. Ik hou van druk. Onder druk ondervind ik gelijktijdig opwinding en sereniteit. Trouwens, zonder druk bestaan er ook geen diamanten.”